Titelblad boek Sortir de la crise globale

Sortir de la crise globale ---- Pleidooi voor de radicaal-linkse utopie

Publicatie: Éditions La Découverte (2009, Parijs)

Plaatsing op Heterodoxe Gazet Sam de Wolff: 24 augustus 2015

E.A. Bakkum is beroepsmatig werkzaam bij het Sociaal Consultatiekantoor, waar hij de functie van zaakwaarnemer vervult. Daarnaast is hij eindredacteur van de web-periodiek Sociaal Vooruit.

Sortir de la crise globale is geschreven door Jean-Marie Harribey en Dominique Plihon, en uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van de Association pour la taxation des transactions pour l'aide aux citoyens (afgekort Attac). De organisatie Attac verdient een nadere beschrijving. Na de instorting van de Leninistische regimes aan het begin van de negentiger jaren waren allerlei radicale activisten organisatorisch dakloos geraakt. Ze verzetten de bakens, en richten in 1998 Attac op, allereerst in Frankrijk, om een nieuw tehuis te vinden1. Hoewel haar naam suggereert dat zij enkel de Tobin tax propageert, is in werkelijkheid haar werkterrein veel ruimer. Alles wat enigszins te maken heeft met de economie, kan rekenen op de belangstelling van de Attac leden. Die zich met alle dingen wil bemoeien, die ziet het meest zijn gramschap groeien. De populariteit van Attac wisselt per land. In Frankrijk heeft zij veel aanhang, in Duitsland is zij eveneens vrij actief2, maar in Nederland krijgt zij geen slag aan de bak, ondanks pogingen van enkele SP kopstukken.

Attac heeft de ambitie om een wetenschappelijk geloofwaardige organisatie te zijn. Evenwel zijn haar publicaties gewoonlijk anti-kapitalistisch gekleurd, waardoor zij inhoudelijk eenzijdig en ietwat misleidend zijn. Des ondanks bevatten zij soms toch interessante informatie, en Sortir de la crise globale behoort beslist tot deze categorie. Uw recensent las het boek zes jaren terug, tezamen met allerlei andere radicaal-linkse literatuur. De auteurs ontwaren maar liefst drie crises, te weten een economische, een ecologische, en een democratische. Elk van deze crises maakt de voortzetting van het kapitalisme onmogelijk. Er moet bakzeil worden gehaald. Uiteraard geven de auteurs een prominente plaats aan de financiële crisis, die is losgebarsten in 2008. Er wordt uitvoerig ingegaan op de oorzaken van de financiële crisis, en juist die analyse maakt het boek zo lezenswaardig. Overigens zouden er ook crises zijn wegens de sociale afbraak, de voeding en het klimaat. Die loopt bij nacht, hij valt in de gracht.

Volgens de auteurs neemt de rentabiliteit van het kapitaal af. De kapitalisten proberen deze ontwikkeling te keren door meer marktwerking te introduceren, en met name ook in de publieke sector. Het kapitaal wordt mondiaal, en zoekt nieuwe beleggingen in de economisch opkomende staten. Deze verplaatsing van kapitaal drukt het loonpeil neer in het westen. De staat probeert de consumptieve vraag op peil te houden via asset-based Keynesianisme (p.59). Dat wil zeggen, via kredietverlening wordt vraag gecreëerd naar eigendomstitels3. Die stijgen daardoor in prijs, waardoor de eigenaren nogmaals kredieten kunnen opnemen, met de eigendomstitels als onderpand. Uiteraard houdt dit mechanisme op zodra de geloofwaardigheid is overschreden. Vertrouwen is zo sterk als pottebakkerswerk. Het einde van de kredietwaardigheid kan leiden tot instabiliteiten, resulterend in een crisis. Inderdaad gebeurde dit in 2008. Op de eerste april stuurt men de gekken waar men wil.

Een deel van de eigendomstitels bestaat uit hypotheken, die deels zijn verwerkt in complexe nieuwbakken financiële producten, zoals collateralized debt obligations (p.83). Aldus is geprobeerd om het speculatieve risico te reduceren, wat dus is mislukt in 2008. De auteurs, als geharnaste anders-kapitalisten, verwerpen dit soort innovaties. Ze vinden dat het productieve ondernemen ondergeschikt raakt aan de kapitaalbelangen. Daardoor raakt de mondiale economie in een malaise. De auteurs beweren dat de problemen niet oplosbaar zijn binnen het bestaande systeem, door een technische revolutie. Die is geen pijp tabak waard. Wie beweert dat de ecologische crisis een economische kans is, bagatelliseert de problemen (p.110). Nodig is een bio-economische benadering. De financiële sector moet weer dienend worden (zoals in de zestiger jaren), en het sociale en ecologische beleid moet prioriteit krijgen (p.118). Hard gebakken en niet verbrand, dat is de bakker naar zijn tand.

Voor de financiële sector impliceert dit dat er een streng democratisch toezicht komt. Hierbij hoort een sterke staat, die direct controle uitoefent op de centrale bank. Financiering is een politieke opgave. Op mondiaal niveau worden de Verenigde Naties het hoogste orgaan, ook voor de handel en financiën. In de ondernemingen moeten de werkers mee-besturen4. De inkomensverhouding moet worden begrensd volgens een verhouding 1:5, met als bodem een onvoorwaardelijk basisinkomen. Enzovoort. Terwijl de voorgaande analyse nog belangwekkend is, zij het eenzijdig, vervalt Attac bij de beleidsvoorstellen in een wild utopisme, dat de deur open zet naar een almachtige repressieve gemeenschap van staten, enigszins zoals de Leninistische Comecon (Raad voor wederzijdse economische hulp)5. Uw recensent schudt zijn hoofd. Het is te bruin gebakken. Beloften al te veel en groot, die blijven onderwege dood. In conclusie, de lezer moet zelf maar besluiten of de radicaal-linkse Attac visie in dit boek de moeite van het bestuderen waard is.

  1. Frankrijk heeft altijd een sterke staat gehad, ten nadele van het vrije ondernemerschap. Dat bevordert een klaagcultuur. Het protestlied Le chant des ouvriers brengt dit gevoel van misdeling en uitbuiting onder woorden: Quel fruit tirons-nous des labeurs / Qui courbent nos maigres échines? / Où vont les flots de nos sueurs? / Nous ne sommes que des machines. / Nos babels montent jusqu’au ciel, / La terre nous doit ses merveilles / Dès qu’elles ont fini le miel, / Le maître chasse les abeilles. / Mal vêtus, logés dans des trous, / Sous les combles, dans des décombres, / Nous vivons avec les hiboux /Et les larrons amis des ombres; / Cependant notre sang vermeil / Coule impétueux dans nos veines; / Nous nous plairions au grand soleil, / Et sous les rameaux verts des chênes. (Welk voordeel halen wij uit onze inspanningen / die onze magere ruggegraat krommen? / Waar blijft de vloed van ons zweet? / We zijn als machines. / Onze toren van Babel stijgt tot in de hemel. / De aarde is aan ons zijn wonderen verplicht. / Zodra de bijen de honing hebben voortgebracht / verjaagt hun meester ze. / Slecht gekleed, woonachtig in holen, / onder de hanebalken, in het puin, / leven wij tussen de uilen / en de dieven, vrienden van het schaduwrijk. / Evenwel ons hoogrode bloed / stroomt onstuimig in onze aderen. / Wij zouden ons verheugen in de grote zon / en onder de groene takken van de eiken EB). (terug)
  2. Uw recensent heeft veel plezier beleefd aan een discussieforum op internet van de Duitse Attac. Daar had een handvol idealistische wetenschappers de uitdaging opgepakt om hun economische inzichten te verbreiden onder het volk. Ze schreven dagelijks hun bijdragen, en reageerden ook op de commentaren van bezoekers. Iedereen die aan de bak wilde, mocht meedoen. Zoveel persoonlijke aandacht is perfect voor nieuwkomers, die hun eigen kennis willen vergroten. Maar het ideaal was te mooi om waar te kunnen zijn. Afgezien van een verdwaalde bezoeker zoals uw recensent en een mysterieuze continue stroom van aanmeldingen op de lijst van deelnemers bleef het forum een gesprek tussen de oprichters. Bovendien hadden die onderling niet bijster veel gemeenschappelijk, afgezien van onvrede met wat is. Geleidelijk haakten de beheerders af, tot nog slechts uw recensent en enkele zweverige utopisten waren overgebleven. Sinds een aantal jaren is het forum onbereikbaar, zogenaamd wegens onderhoudswerkzaamheden. (terug)
  3. Ter herinnering: in een "normaal" keynesiaans beleid is het de bedoeling om de vraag te stimuleren via productieve investeringen. Daardoor wordt eerst de braakliggende capaciteit geactiveerd, terwijl later de investeringen zorgen voor nieuwe capaciteit. (terug)
  4. Bazen zijn zelden geliefd, en daarom het mikpunt van bakken. Bijvoorbeeld, een bedrijf ontvangt een sollicitatie van Pietersen, en informeert bij diens voorgaande werkgever. Die zegt: "We hebben Pietersen hier opgeleid, en moeten constateren dat hij een schurk en een dief is". Een andere chef vraagt aan zijn ondergeschikte: "Waar was je gisteren?" Die antwoordt: "Maar chef, ik ben toch gisteren getrouwd". De chef reageert: "Wat, de hele dag lang?" Of een werker klaagt bij zijn chef: "Ik doe hier het werk van drie man". De chef antwoordt: "Geef even de namen van die twee anderen, dan zal ik ze ontslaan". Een andere werker is juist tevreden: "Ik heb 150 werkers onder me. Ja, ik zit op de tweede verdieping". Twee secretaresses praten over hun chef. De ene vraagt: "Is hij soms brutaal tegen jou?" De andere: "Nou en of! Laatst zei hij: En nu hard aan het werk!" (terug)
  5. Sinds de Franse revolutie kent zeker Parijs een ongezond revolutionair sentiment. Daarom is tot ver in de twintigste eeuw radicaal links er populair, trouwens ook in andere Franse steden. Daarbij wordt zelfs de terreur van de Leninistische staatsgreep in Rusland verheerlijkt! Illustratief is het protestlied Le drapeau rouge: Le voilà!, Le voilà! Regardez! / Il flotte et fièrement il bouge, / Ses longs plis au combat préparés, / Osez, osez le défier! / Notre superbe drapeau rouge! / Rouge du sang de l’ouvrier! / Noble étendard du prolétaire, / Des opprimés sois l’éclaireur. / À tous les peuples de la terre / Porte la paix et le bonheur! / Les braves marins de Russie, / Contre le tsarisme en fureur, / Ont fait flotter jusqu’en Asie / Notre drapeau libérateur! (terug)