Managerial economics van Paul Keat en Philip Young is een boek, dat uw recensent wellicht niet zou moeten bespreken. Want zoals de ondertitel uitdrukt: Economic tools for today's decision makers, de tekst richt zich tot jongeren, die binnen een onderneming het bedrijfs-resultaat willen verbeteren1. Uw recensent kocht het boek ooit bij De Slegte, toen hij een loopbaan bij een waterbedrijf ambieerde, en nog niet verslingerd was aan de (politieke) macro-economie. Daarna kwam er in zijn boekenkast geen vergelijkbaar werk meer bij. Een stuivertje kan soms raar rollen. Dien ten gevolge wordt Managerial economics hier louter in afzondering beoordeeld, zonder referentie-kader van concurrerende teksten.
En het moet gezegd: de verdiensten van het werk zijn indrukwekkend. Pedagogisch gezien is het boek uitmuntend. Alles is duidelijk, iets wat je bij andere introducties en leerboeken zelden kunt zeggen. Niets is vanzelf sprekend voor de auteurs, en wiskunde wel allerminst. Een woord op zijn pas is zo goed als geld in de tas. Dat bespaart je als lezer een eindeloos gepieker over die ene rare zin. En dat is prettig. De kwistig bijgevoegde figuren en tabellen maken de tekst extra toegankelijk. Voor wie zelf aan de bak wil wordt op enkele plaatsen het geleerde zelfs toegepast in een simpel spreadsheet programma. En ondanks de grondige uitleg garandeert het kloeke formaat van 644 pagina's, dat er diep in de materie wordt gedoken, en dat ook gevorderde thema's aan bod komen. De wijze peilt eerst de diepte, voor hij te water gaat.
De slagroom op de cake wordt gevormd door de lotgevallen van het fictieve bedrijf Global Foods Inc., dat als een rode draad de hoofdstukken verbindt. Elk hoofdstuk begint met de beschrijving van een probleem, waarmee het management van Global Food wordt geconfronteerd. Dat prikkelt direct het verlangen naar méér. De beer begint te dansen. In de slot-paragraaf van het hoofdstuk wordt dan de behandelde materie toegepast om dat probleem op te lossen. En hoewel de directie niet elk voorstel van de adviseur overneemt, prijst zij zonder uitzondering het werk van het pientere hulpje. Kortom, de saus is naar de peper. Je kunt dit boek zonder angst voor later scheve gezichten aanbevelen bij je studerende buurjongen. En het hoeft niet duur te zijn. Gewoon even zoeken bij de aanbieders op Amazon. Kan niet fout gaan.
De recensie zou hier kunnen eindigen, maar de trouwe lezer weet dat die zo makkelijk niet wegkomt. Zeker voor diegenen met enige voorkennis is het nuttig om de structuur van de tekst te kennen, en de onderwerpen die in de zestien hoofdstukken worden uitgewerkt. Globaal kan de volgende indeling worden gemaakt: in twee inleidende hoofdstukken worden de doelen van een onderneming geschetst. Wat word je er beter van? De zes volgende hoofdstukken beschrijven de belangrijke aspecten met betrekking tot de markt-vraag. Daarna volgen er vier hoofdstukken over de productie-kosten. Dit mondt logisch uit in drie hoofdstukken over het bepalen van de product-prijs. Ter afsluiting wordt ingegaan op het begroten van kapitaal-investeringen en op de rol van de overheid.
Met de inleiding over de doelen van de onderneming zit je al midden in het economen-debat. De auteurs kiezen er voor om de ondernemers-strategie te baseren op de maximalisatie van de winst. Ze ontkomen echter niet aan het noemen van dat andere doel: de maximalisatie van de rijkdom van de aandeelhouders. Hierbij moet een afweging worden gemaakt tussen het korte- en lange-termijn belang van de onderneming. Boeiende stof voor iedereen die wil meepraten over de financialisering van het economische leven. De kleine dieven dansen op het schavot, de grote in de beurs. Natuurlijk is er ook het doel om een nuttig product te maken, maar dat heeft niet echt de hoogste prioriteit2.
De hoofdstukken over marktwerking, het ruimen van de markt door het balanceren van de vraag en het aanbod, volgen de ge-ijkte paden3. Het leest allemaal prettig, en verheldert meer dan menige tekst over macro-economie. Een zoete tong is het zout des levens. Een prijzend woord is op zijn plaats voor de uiteenzettingen over de verschillen tussen de korte en de lange termijn, en over de prijs-elasticiteit. De nieuwbakken kennis kan worden toegepast om de marktvraag te voorspellen, onder meer met behulp van regressie-modellen.
In de hoofdstukken over de productie-kosten komen Keat en Young echt op stoom. Dit is wellicht de beste en meest degelijke uitleg van de productie-functie voor de korte en lange termijn, die uw recensent tot op heden onder ogen heeft gekregen. De Cobb-Douglas functie wordt diepgaand ge-analyseerd. Dezelfde lof kan worden uitgedeeld voor de aansluitende beschrijving van de kosten-functie. Weinig andere boeken maken gebruik, zoals Managerial economics doet, van wiskundige polynomen om de kosten als functie van de afzet Q weer te geven. De auteurs zouden een non uit het klooster praten. Als toegift wordt de lezer bovendien ingewijd in de geheimen van het lineair programmeren.
Ook de hoofdstukken over de prijs-zetting van producten door ondernemingen gaan ver uit boven datgene, wat je zo aantreft in een doorsnee boek over macro-economie. Dit is verplichte stof voor iedereen, die verder wil kijken dan de primitieve idee van de prijs als uitbraaksel van het algehele evenwicht in een economie met volledige concurrentie. Keat en Young gaan hier bijvoorbeeld in op de vondst van ondernemingen om voor hetzelfde product verschillende prijzen te berekenen aan hun diverse doelgroepen!4 Wie achteloos koopt, wordt gestroopt. En wat is het origineel om het model van de winst-opslag (cost-plus pricing) te verbinden aan het model van de marginaal bepaalde prijs. Ook de prijs-vorming bij koppel-productie ontbreekt niet.
De theorie-vorming omtrent het begroten van kapitaal-investeringen is tamelijk saai. Traag aan de beurs en rap aan de hoed, kost weinig en maakt veel goed. Maar ook hier stijgt het verhaal van Keat en Young uit boven de gebruikelijke uitleg van de net present value en de internal rate of return. De heldere toelichtingen en de volledigheid springen in het oog. De tekst is beslist verkiesbaar boven datgene, wat uw recensent thuis aan leerboeken voor ingenieurs-management op de plank heeft staan. Het afsluitende hoofdstuk over de overheids-regulering lijkt dan een beetje verdwaald. Het is overigens lezenswaardig genoeg, met een beschrijving van de deregulering in de Amerikaanse banken- en luchtvaart-sector.
Tsja, wat moet je er aan toevoegen? Wie dit heeft gelezen, begrijpt een beetje meer van de wereld. Heb je geld, dan kun je huizen bouwen, heb je het niet, dan kun je stenen sjouwen. Want dat is de kern: een baksteen is nooit alleen.