Titelblad boek Marxsche Reproduktionstheorie

Marxsche Reproduktionstheorie --- Het belang van het totale product

Publicatie: VSA-Verlag (2005, Hamburg)

Plaatsing op Heterodox Gezelschap Sam de Wolff: 15 oktober 2012

E.A. Bakkum is beroepsmatig werkzaam bij het Socialistisch Centrum, waar hij de functie van zaakwaarnemer vervult. Daarnaast is hij eindredacteur van de web-periodiek Sociaal Vooruit.

De Oost-Duitse econome Eva Müller (1928-2011) heeft bewezen, dat zij een bijzonder talent heeft voor doceren1. Alleen al om deze reden komt haar laatste boek Marxsche Reproduktionstheorie in aanmerking voor een recensie. Daarbij komt, dat Müller een belangwekkende persoonlijkheid is. Net zoals de eerste Eva is zij behept met nieuwsgierigheid2. Haar natuur is een toonbeeld van evenwicht. Maar bovenal is op het wicht zeker het spreekwoord van toepassing: een paardetand en een vrouwenhand willen geen stilstand. Zij is één van de weinige top-functionarissen en intellectuelen uit de DDR, die zich na de revolutie van 1989/90 niet in de privé-sfeer hebben teruggetrokken. De gelukkig geweldloos voltrokken revolutie blijft een wonderlijk fenomeen. Binnen een jaar tijd verloren veel van de wetenschappen hun ideologische basis. Dat geldt zeker voor de economische wetenschap, die veertig jaren lang was gebaseerd op een marxistisch-leninistisch dogma. Weliswaar verdient dat dogma daadwerkelijk een wetenschappelijke aandacht, maar het werd tot in het absurde verheerlijkt.

Je verwacht, dat na Die Wende een aanzienlijk deel van de Oost-Duitse economen op de vroeger ingeslagen weg zou doorgaan. Mensen hechten aan datgene, wat zij zich door inspanning hebben toegeëigend. Dit gebeurde evenwel niet. De revolutie heeft met één slag het dogma en alles wat daaraan vast zat van tafel geveegd. Het evaporeerde eenvoudig weg. Het vanzelf sprekende podium was verdwenen, en de dragers van de ideologie misten kennelijk de strijdlust om een nieuw podium te bevechten. Ze verkozen de evasie boven het debat, en haalden bakzeil. Hun woord was kennelijk toch niet het evangelie. Het bleek meidenpraat. De hanen verlieten de kerk, want er kwam geen kip meer in3. Wie daarna nog iets wilde terugvinden van het oude gedachtengoed, moest terecht bij de boekverkopers op Oost-Duitse snuffelmarkten en de antiquariaten.

Eva Müller heeft de publicitaire leegte gevuld door op hoge leeftijd (77 jaren) een inleidende tekst te schrijven over de marxistische macro-economie. Op zich heeft de inhoud een grote gelijkenis met datgene, wat men nu nog op snuffelmarkten aantreft. De inhoud is een evenknie, omdat Eva Müller haar overtuiging wèl heeft behouden - in tegenstelling tot vele anderen. Maar dankzij haar persoonlijkheid is zij gelukkig eveneens vrijgebleven van de akelige bolsjewistische gewoonte om de tekst te verstarren in dogmatische frasen, niet zelden eindeloos herhaald. Eveneens hoeft de lezer zich in haar boek niet te ergeren aan allerlei obligatoire verwijzingen naar beslissingen in de diverse partij- en regerings-organen. En het belangrijkste: dit boek is geschreven in absolute intellectuele vrijheid. Müller hoefde geen rekening meer te houden met censoren, die de inhoud vóór publicatie controleren op zijn propagandistische waarde. Wij zijn onder ons meisjes.

In zeker opzicht heeft Müller zich niet kunnen bevrijden van het verleden. In het boek blijft ze zich direct beroepen op Karl H. Marx zelf. Men zou het Duitse woord Marxsche willen vertalen door marxistische, maar voor Müller betekent het klaarblijkelijk echt van Marx. Gedurende driekwart eeuw hadden de Oost-Europese wetenschappers de kans om de arbeidswaardeleer (AWL) verder te ontwikkelen. Maar als men de leerboeken naslaat, inclusief dat van Müller, dan vindt men weinig meer dan de kennis van Lenin en Marx zelf, netjes op een rij gezet. Dat suggereert, dat er in al die decennia nauwelijks enige vooruitgang is geboekt. Dat is niet alleen ontstellend, het is vooral triest. Het handje vol marxistische wetenschappers in het westen heeft meer voortgebracht. Uw recensent hoopte dat Müller alsnog in het westen onbekend gebleven kennis zou aandragen. Helaas, in dit opzicht komt de lezer bedrogen uit.

Evengoed zijn de denkbeelden van Marx voldoende interessant om mee kennis te maken. En zoals mocht worden verwacht van Eva Müller, inhoudelijk is het boek buitengewoon helder. Alles klinkt evident. Ze slaagt er in om de economie in alledaagse termen uit te leggen. Zelfs lezers met weinig voorkennis zullen de inhoud vermoedelijk redelijk kunnen volgen. De AWL is hiervoor dankzij haar gevoelsmatige logica dan ook buitengewoon geschikt. De stof, die Müller presenteert onder de naam Reproduktionstheorie zou hier eventueel kunnen worden aangeduid als volkshuishoudkunde. Daarbij toont zij voldoende kennis van de actualiteit. Ze verwijst in voetnoten naar moderne leerboeken, en past haar kennis toe op de volkshuishouding van het huidige Duitsland.

Müller benadert de volkshuishouding vanuit de kringloop-gedachte. Reproductie is de voortdurende herhaling van de cyclus productie - distributie en circulatie - consumptie. Elke fase in deze cyclus krijgt zijn eigen hoofdstuk. De meeste aandacht besteedt het boek aan de distributie, in samenhang met de rol van het geld. Het bruto binnenlands product van Duitsland wordt geanalyseerd aan de hand van recent statistisch materiaal. Diverse malen legt Müller een verhelderend verband tussen het marxisme en de moderne theorie. Bijvoorbeeld koppelt zij het begrip gebruikswaarde expliciet aan de grensnut-theorie. Zij verschilt hierin positief van de bolsjewistische dogmatiek, die niets wilde weten van Gossen. Aardig is eveneens, hoe zij de verschillen in arbeidsproductiviteit binnen Duitsland verklaart uit de inkomens-structuur. West-Duitsland (met name Hamburg, Hessen, Beieren) monopoliseert de zakelijke en financiële dienstverlening, het domein van de exorbitante (onverdiende) inkomens, en Oost-Duitsland kan dat niet evenaren.

In het slothoofdstuk behandelt Müller de input-output tabel van de Duitse economie, door haar ook de vervlechtings-matrix genoemd. Dit is het thema, waar haar grootste deskundigheid ligt. Het is wonderlijk, en voor uw recensent licht teleurstellend, dat zij bijna het hele hoofdstuk besteedt aan de schema's van Marx, en zelfs aan één niet bijster instructief schema van Lenin. Mogelijk heeft de weemoed het hier toch gewonnen van haar wetenschappelijke aard. De uitleg over de echte vervlechtings-tabel krijgt maar zeven pagina's ruimte, en dat is te weinig. Dit verdriet te meer, omdat zij juist over dit onderwerp zo veel te vertellen heeft. Wellicht is dit een bewuste evasie? Een invitatie aan de lezer?

In het nawoord vat zij haar onvrede over de heersende, conventionele theorie samen. De onvrede concentreert zich op twee pijnpunten. Ten eerste krijgt de factor arbeid in de moderne theorie niet de prominente plaats, die hij verdient. In tegendeel, hij wordt op gelijke voet behandeld met de andere factoren (kapitaal, grond). Dat negeert het scheppende karakter van de menselijke arbeid. Ten tweede wil Müller, natuurlijk niet onverwacht, dat de vervlechtings-balansen een prominentere plaats krijgen in de economische wetenschap. Pas in de vervlechtings-balansen wordt de volkshuishouding goed zichtbaar.

Er is veel te zeggen voor het betoog van Müller. Inderdaad blijken productprijzen meer samen te hangen met de aan het product bestede arbeid dan algemeen wordt gedacht4. En vooral kan de volkshuishouding pas echt worden begrepen, wanneer de relaties tussen alle sectoren bekend zijn. Evviva het totale maatschappelijke product! Het is daarom begrijpelijk, dat Müller in Marx de grondlegger van de economie ziet. Met enig recht wijst zij hem aan als degene, die de input-output tabellen heeft geïntroduceerd. Immers het volkshuishoudelijke totaalproduct is typisch zijn vondst, evenals de modellering van industriële uitwisseling (de bekende marxistische afdelingen). De Russische econoom Leontief, die algemeen als de geestelijke vader van het vervlechtings-model wordt genoemd, hield zich intensief bezig met de bolsjewistische planmethoden. Hij had dus een lijntje met Marx.

De lezer moet niet verwachten in Marxsche Reproduktionstheorie een uitleg te vinden over de relatie tussen arbeidswaarden en prijzen. Müller is niet geïnteresseerd in het probleem van de waardemodificatie als gevolg van de algemene gemiddelde winstvoet. Evenmin beschrijft het boek al die ronkende economische wetten, waarop de bolsjewistische landen zo trots waren5. Eveneens ziet ze af van de retoriek over monopolie-prijzen. Het is de verdienste van Müller om de marxistische economie weer met beide benen op de grond te zetten, en toe te passen op die deelterreinen, waar zij zich positief heeft bewezen.

Merkwaardig is hoe Müller benadrukt, dat de DDR heeft gefaald. Ze stelt zelfs, dat de economie van de DDR in de laatste jaren kromp (p.19). Op p.57 noemt zij de markt-economie flexibeler dan de plan-economie. Een tikje schokkend is haar conclusie op p.68, dat de planning met materiaal-balansen klaarblijkelijk niet beleidsmatig kan worden uitgevoerd6. En op p.79 meent zij, dat de Oost-Duitse planning (waaraan zij zelf toch prominent meewerkte) uiteindelijk een te klein deel van het eindproduct investeerde7. Op p.146 tenslotte meent ze, dat een centrale plan-economie onvoldoende flexibel is om te herstructureren.8.

Müller zat dicht bij het vuur. Toch lijken haar kritiek en zelfkritiek wel erg zwaar aangezet. Op Eva Müller's kritiek is het gezegde van toepassing: eventus stultorum magister (Livius), ofwel achteraf is makkelijk praten. Namelijk, de DDR was onmiskenbaar een welvarend land. Bij de inschatting van haar kritiek moet minstens de eventualiteit worden meegewogen, dat er eveneens schuldgevoelens aan ten grondslag kunnen liggen. De DDR-elite, waarvan Müller deel uitmaakte, hield de bolsjewistische dictatuur in stand. Wie een dergelijk paternalisme wil rechtvaardigen, zou moeten kunnen verwijzen naar een ongekende verbetering van de materiële leefkwaliteit. Met andere woorden, eventus docebit (het resultaat telt). En juist dat kon de dictatuur niet waarmaken. Zó goed was zij inderdaad niet.

Het boek Marxsche Reproduktionstheorie is bij zijn verschijnen niet ingeslagen als een bom. Het ontbreken van een podium is daaraan ongetwijfeld debet. Voor linkse radicalen is het boek tè zakelijk. En voor economen, die werkzaam zijn in een markt-economie, zijn vervlechtings-balansen (input-output tabellen) gewoon niet bijster aantrekkelijk. Het lukte aan de landen met een centrale plan-economie al nauwelijks om de volkshuishouding ingrijpend bij te sturen. In een markt-economie is ingrijpen hoogstens mogelijk in een handvol sectoren. Evengoed mogen we ons gelukkig prijzen, dat Eva Müller op het laatst nog eens haar diepe inzicht, kennis en ervaring op papier heeft gezet, en nu op de "moderne" en "vrije" manier. Op haar terrein is Marxsche Reproduktionstheorie nu al een klassieker. Alle mooie meisjes komen in de hemel9.

  1. Zie haar boek Volkswirtschaftlicher Reproduktionsprozeβ und dynamische Modelle (1973, Verlag Die Wirtschaft), dat op deze portaal de stof heeft geleverd voor een aantal columns.
  2. SMS-bak: Wat is een dom blondje in de bibliotheek? Verdwaald.
  3. In het algemeen wordt een revolutie pas mogelijk, nadat de heersende elite zèlf twijfels krijgt over haar morele gelijk. In de zestiger en zeventiger jaren leek het Oost-Duitse bolsjewisme een zeker maatschappelijk draagvlak te hebben. De DDR kende haar eigen Wirtschaftswunder. Men dacht zelfs even Engeland economisch te hebben overvleugeld. Dat paste goed in het beeld, dat het kapitalisme op weg was naar de afgrond(!). Het is onduidelijk waarom en wanneer het draagvlak verwelkte. Every why has a wherefore (Shakespeare).
  4. Zie bijvoorbeeld Die Aktualität der Arbeitswerttheorie (2009, Metropolis Verlag), van N. Fröhlich.
  5. Een voorbeeld is de economische grondwet van het socialisme: Het socialisme is erop gericht om de groeiende materiële en culturele behoeften van het volk steeds vollediger te bevredigen door de onophoudelijke ontwikkeling en perfectionering van de maatschappelijke productie. Zie p.142 in Einführung in die politische Ökonomie des Sozialismus (1974, Dietz Verlag). Het oogt meer als een (slechte geformuleerd) programma dan als een wet. Of neem de wet van de economie van de tijd: De samenhang tussen de economische effectiviteit, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vooruitgang moet steeds duurzamer worden verwerkelijkt (p.323). Dit soort wetten maakte deel uit van de dogmatiek. De vaders van het bolsjewisme hebben veel geleerd van de kerken. Grapje: een propagandist schildert de gruwelen van het oprukkende kapitalisme: "Er dreigt geween en gekners der tanden". Een grijsaard: "Ach, ik heb al lang geen tanden meer". De propagandist, woedend: "En voor tanden wordt gezorgd!"
  6. Ze schrijft letterlijk: "Mangel oder Überschuss blieben, weil fortwährende Änderungen innerhalb einer Zirkulationsschleife Anpassungsmechanismen erfordern, die fehlten. Dieser Versuch, mit Hilfe von Erzeugnisbilanzen die Zirkulationsschleife planbar zu machen, ist sowohl in der DDR als auch in den anderen Ländern, die einen sozialistischen Weg gehen wollten, gescheitert".
  7. Letterlijk: "Das Wachstum der Konsumtion fand statt auf Kosten der Bewahrung (EB: onderhoud, reparatie en vervanging) der vorhandenen Produktions- und Wohnbedingungen".
  8. Letterlijk: "(Tijdens investeringen) treten dann Disproportionen in gröβerem Umfang auf, weil sie volkswirtschaftlich schwer vosaussehbar sind. Der Versuch, dieser Veränderungen aus zu weichen, zieht gezwungener maβen wirtschaftlichen Stillstand nach sich, wie die Erfahrungen der DDR und anderer sozialistischer Länder seinerzeit zeigten".
  9. Nog een SMS-bak tot besluit: Wat is de vrouwelijke vorm van komkommer? Komkommerin.